We zijn druk bezig, wij bestuurders en vrijwilligers van de Stichting Stilgeweest.
Wie had dat kunnen denken, toen ik eind 2018 besloot een website te bouwen met informatie voor nabestaanden, omdat ik, een jaar na het overlijden van mijn zoon, vond dat er te weinig informatie voor nabestaanden was.
Steeds opnieuw kwam ik lacunes tegen in de informatievoorziening, maar vooral in de opvang en begeleiding van nabestaanden van zelfdoding.
Eerst ontdekte ik dat de groep jongeren nergens werd genoemd. En dat ik die, ondanks een speciaal tabblad op toenwashetstil.nl ook echt niet voldoende bereikte. Dus in 2020 werd stilgeweest.nl opgericht, met daarbij een benadering gericht op jongeren, via andere sociale media. Op dat moment raakten mijn kinderen betrokken, want doelgroep, want ervaringsdeskundig.
Gaandeweg merkten we dat er meer nodig was dan alleen het aanbieden van informatie. Persoonlijke aandacht werd enorm gewaardeerd, er bleek vraag te zijn vanuit scholen en maatschappelijke organisaties om wat te komen vertellen.
Opeens bleek het runnen van die websites en het delen van verhalen niet meer voldoende. We wilden eigenlijk wel graag folders gaan maken en uitdelen. Maar ja, dat kost geld.
In 2021 besloten we een stichting op te richten, want met een rechtsvorm konden we geld gaan vragen en de besteding daarvan verantwoorden. Voor de oprichting van een stichting hadden we vijf bestuurders nodig.
Een van mijn kinderen, inmiddels assistent-accountant, wilde graag penningmeester worden. Ik werd, tegen wil en dank want ik beschouw mijzelf als uitvoerder en minder als bestuurder, werd voorzitter. De rest van de bestuurders werd geworven in de naaste omgeving en via advertenties op sociale media.
We gingen achter een ANBI-status aan, zodat het duidelijk is dat onze boekhouding transparant is en dat het geld dat wij krijgen verantwoord wordt uitgegeven, en die status kregen we meteen. Mooi!
Toen hadden we een bankrekening nodig. Dit duurde bijna een jaar. Banken blijken niet meer zomaar een rekening te openen voor een stichting. Wisten wij veel, geen van ons had ook maar enige ervaring op dit gebied. Na een heleboel zweet en een paar traantjes van frustratie hadden we dan eindelijk die rekening.
En nu dan, hoe komen we nu aan geld? We hadden alleen al geld nodig om de kosten van de bankrekening zelf te kunnen voldoen.
We denken klein. Bouwkosten van de websites, hostingkosten, vergaderkosten, onze reiskosten, alles ging automatisch voor eigen rekening. Moeten we een stand inrichten op een bijeenkomst zoals Last Man Standing (een evenement van MIND waarmee aandacht wordt gevraagd voor geestelijke nood bij jongeren), dan trekken we zelf de portemonnee. Voor een groep studenten, want viervijfde van het bestuur en het hele vrijwilligersbestand bestaat uit studenten, een behoorlijke aanslag op het huishoudgeld.
In 2022 begon het allemaal wat meer vorm te krijgen. We werden zichtbaarder, mede dankzij de deelname aan al die evenementen. Maar we brachten ook zelf meer lijn in onze activiteiten.
Want ‘ondersteuning van (jongere) nabestaanden van zelfdoding’ is een heel ruim begrip, merkten we.
Wat doen we precies?
Om te beginnen delen we nog steeds graag verhalen. We hebben gemerkt dat die helpen. Nagenoeg iedereen die nabestaande is en zo’n verhaal leest, verzucht bijna blij: ik ben niet de enige, ik ben niet gek dat ik al deze gevoelens en gedachten ervaar.
Want nabestaande zijn van zelfdoding is een storm die maar moeilijk gaat liggen, en minder dan een flinke bries wordt het eigenlijk nooit.
Daarnaast helpen we waar we worden gevraagd. Op scholen, bij kerken, bedrijven, families – net waar men ons nodig heeft. Deze hulp beperkt zich nog tot de Noord-Veluwe, maar willen we op termijn gaan uitstrijken over de rest van het land.
We geven ook voorlichting, vooral op scholen en universiteiten. Want we hebben gemerkt dat er nog zo weinig bekend is over hoe eenzaam een nabestaande (jongere) kan zijn. Dat je dat vaak helemaal niet aan de buitenkant ziet. Dat rouw na zelfdoding niet zelden leidt tot een volgende zelfdoding. Dat het onderwerp suïcide best besproken kan worden, al moet je dat wel een op een goede manier doen.
Wat is dan een goede manier?
Één ding, of het nou gaat over automutilatie of zelfdoding: we bespreken nooit de methode waarop iemand iets deed. Het is bewezen dat praten over methodes ten eerste kwetsend en pijnlijk kan zijn, maar daarnaast de zelfdoding een concreet karakter geeft. Iets waar mensen beeld bij hebben. En dat is wat je juist wilt voorkomen.
Het tweede belangrijke punt: we bespreken niet hoe je je voelde toen je hoorde van de zelfdoding of, nog erger, toen je de overledene vond.
Mij is die vraag vaak gesteld. Tijdens interviews voor krant of televisie, maar ook tijdens bijeenkomsten over zelfdoding. Ik herinner me van alle keren dat de grond opnieuw onder mijn voeten leek te verdwijnen, dat het bloed uit mijn hoofd leek te zakken, dat ik even niet meer wist waar ik was.
Dat is hertraumatisering. Dat wil je iemand niet aandoen. Misschien in een therapeutische setting, om het trauma aan te pakken en draaglijk te maken, maar niet in een bijeenkomst voor nabestaanden.
Wij zijn dus geen therapeuten. Maar we zijn ook niet ‘gewoon nabestaande’.
Ik ben ervaringsdeskundige. Dat houdt in dat ik het trauma zelf heb doorgemaakt, ik weet waarover jij het hebt, ik voel met je mee.
Maar ik heb, tijdens een bijeenkomst althans, voldoende afstand van mijn eigen pijn om niet weg te zakken in jouw pijn. Ik leef met jou mee, maar ik lijd niet met jou mee.
Daarnaast heb ik veel mensen gesproken en veel boeken en artikelen gelezen over het onderwerp. Ik heb begeleiding dan wel advies gekregen van mensen die verstand hebben van rouw na zelfdoding.
Ik ben daarmee geen therapeut, geen rouwbegeleider, maar ervaringsdeskundige. Ik ga naast jou zitten, ik bied jou een luisterend oor en een heleboel begrip. Ik let op signalen van zorg, zoals wanneer jij zelf met suïcidale gedachten zou rondlopen en ik anticipeer daarop door je te verwijzen naar je huisarts. Deze kan wellicht specialistische hulp voor jou inschakelen.
Bovenal praat ik met jou over hoe het nu met je gaat. Kun je wel slapen ‘s nachts, heb je mensen om je heen die voor je zorgen, wat doe je om voldoende en gezond te eten, wat moet je doen om de komende dagen en nachten, weken, maanden door te komen.
En ik hoop je wat perspectief te bieden op betere tijden. Vanuit de wetenschap dat die er echt zijn. Als ik dit kan dragen, kun jij het ook.
We zijn een jonge stichting die uitstekend werk doet. Dankzij de enorme inzet van een groepje studenten, die het allemaal ook naast hun werk voor de stichting hartstikke druk hebben.
Met grote dank aan Jeannette Pullen en Andrea Walraven-Thissen voor het delen van hun wijsheid en kennis.
Wil je meer lezen over wat de Stichting Stilgeweest allemaal doet, bekijk dan ons Plan van Aanpak 2023.
0 reacties