(Deze blog is ook geplaatst op www.toenwashetstil.nl)
Het hoeft helemaal niet hè, dat je rond de sterfdatum van je dierbare extra last hebt van het verlies. Ik weet nog dat mijn vriend een paar jaar geleden iets zei in de trant van ‘het is maar een datum’. Waarop ik door filosofeerde dat data door ons zijn bedacht en dat we, als we geen kalender hadden, helemaal niet zouden weten dat de sterfdag ook echt de sterfdag is.
Tot zover de theorie.
Op 1 november is het zeven jaar geleden dat Bas overleed en zo’n beetje rond 1 september begon ik daar last van te krijgen. Huilerig, flashbacks, slechter slapen, zeg maar: rouw.
Mijn hoofd was nog helemaal niet bezig met 1 november, mijn hoofd was bezig met het plannen van een verlate zomervakantie. En voor die tijd moest ik nog een heleboel afspraken nakomen rondom Suicide Prevention Week. Ja, en dat hielp natuurlijk niet.
Ergens in die preventieweek reisde ik af naar Hilversum, voor een radio-interview, samen met Nathan Vos. Hij vertelde over de dood van zijn broer, ik over die van mijn zoon. Een prachtig interview. Ik heb ‘m niet teruggeluisterd, dat doe ik nooit. Maar het gevoel was goed, de interviewer was sterk en oprecht en de reacties waren warm.
Toen ik tijdens het interview antwoord moest geven op de vraag hoe mijn kinderen rouwen, voelde ik de tranen prikken en ik zag bij haar – de journalist – hetzelfde gebeuren.
En het was toch al emotioneler dan ik had verwacht.
Toen ik eerder die dag aankwam bij de mobiele studio zag ik het kunstwerk ‘Stille strijd’ van Saskia Stolz al van verre. Zo groot en geel, dat kun je niet missen. Natuurlijk kende ik het kunstwerk uit de media, het reist al meer dan een jaar door het land, om aandacht te vragen voor depressie en eenzaamheid. Maar zo vlak ervoor werd ik getroffen door de heftigheid. Om te beginnen staat de eenzaamheid daar gewoon heel groot te wezen. Een jongeling, zittend op de grond. De gelijkenis met Bas was treffend, ook de houding. De kwetsbaarheid en verslagenheid spatten eraf.
Wat me daarnaast raakte, waren alle beeltenissen van overledenen die ernaast waren gelegd. Zo veel. Zo geliefd. Zo gemist. En dan lag daar een bos zonnebloemen, met een handgeschreven briefje erbij, dat je een bloem mag pakken en dat je er dan een lintje aan kunt maken voor jouw dierbare. Ik weet niet wie die bloemen daar neerlegde, maar ik ervaarde het als pure liefde. Dankbaar pakte ik een bloem en schreef ik een lintje en even later lag er dus ook een aandenken aan Bas.
Er liepen best veel mensen rond het beeld, meer mensen die een bloem pakten, of een eigen afbeelding neerlegden. Ik ging er even bij zitten, op het bankje dat ernaast stond, geëmotioneerd achter m’n zonnebril voor me uitkijkend.
Naast me hoorde ik een stem: ‘Volgens mij kunt u wel een knuffel gebruiken.’
Verbaasd keek ik op, om naast me een vrouw te zien, die me vriendelijk toelachte. Ik knikte een beetje daas, ik had zozeer in mijn eigen gedachten gezeten dat ik het even moeilijk vond om contact te maken. Maar ze gaf me de knuffel. En daarna praatten we wat. Over het verlies van onze kinderen. Over een verbindend beeld. Over hoe lief en kwetsbaar al die kinderen op al die foto’s eruitzien. En waarom nou juist zij…?
Zo lief. Zo bijzonder, om op een plek als die gezien te worden door een volstrekt vreemde.
Met deze aanloop is het dus niet zo gek dat ik me rond de verjaardag van Bas – vorige week zou hij 27 zijn geworden – behoorlijk emotioneel voelde.
We gingen uit eten, de kinderen, mijn partner en ik. Voorafgaand even naar het graf. Waar ik alleen maar voelde dat ik de volgende keer nu toch echt een snoeischaar mee moet nemen.
Maar waar we besproken dat we er zoveel last van hebben dit jaar. Ik zei: ‘Het is binnenkort zeven jaar geleden dat hij is overleden, waarom doet dat dan nu zoveel pijn?’
Marie antwoordde: ‘Juist omdat het zo lang geleden is, het voelt alsof hij steeds verder wegdrijft van ons.’
En Vijf zei: ‘Zeven jaar is gewoon zes keer zo lang als zes jaar. Zeven jaar is een enorm getal.’
Kennelijk voelt het dus voor ons allemaal alsof hij nu ontzettend lang geleden is overleden. Maar dat verklaart nog niet helemaal het gat waarin we nu ieder voor zich bleken te storten.
Zeven jaar, het is weer een getal, net als een datum. Kennelijk doen die getallen iets met onze geest, zonder dat we daar al teveel invloed op kunnen uitoefenen.
Het is dus niet zo, dat je kunt besluiten om in aanloop tot de sterfdatum van een dierbare gewoon maar niks te voelen. Of je nou wilt of niet, de gevoelens van rouw storten zich over je uit en door je heen, als een tsunami van herinneringen, pijn en verdriet.
Waar ik de afgelopen zeven jaren steeds sterker werd, de herinneringen aan Bas steeds beter te verdragen waren, kan ik nu alleen maar huilen als ik hem voor me zie als baby, als 12-jarige bij het Kinderdictee, als 19-jarige op een schilderworkshop.
En weet je, ik ben er blij mee.
Want zeven jaar, dat is echt best lang geleden. Ik ben zo bang dat hij helemaal wegglijdt. Dat ik hem helemaal niet meer voor me kan zien, dat ik niet meer weet hoe zijn stem klonk, dat ik met niemand meer over hem kan praten omdat niemand meer weet wie hij was.
Het kost al zoveel moeite om over hem te praten. Veel mensen in mijn omgeving hebben hem werkelijk niet gekend, anderen zijn hem wellicht een beetje vergeten, weer anderen vinden het misschien lastig om het onderwerp aan te roeren, niet wetende of ze mij er misschien mee bezeren. En een hoop mensen uit die tijd zijn gewoon uit mijn leven verdwenen. En ik wil zo graag praten over wie hij was en over wat hij voor mij betekende.
Zeven jaar, onwillekeurig glijdt hij langzaam mijn leven uit, mijn kind, mijn eerstgeborene, mijn eerste grote liefde.
Laat mij maar huilen, twee maanden lang, net zolang totdat het 1 november is, en daarna. Er zijn geen zakdoeken genoeg om deze tranen te kunnen stelpen.
❤️
Lieve Patti, wat heb je dit weer mooi geschreven. 28 maart wordt het voor mijn dochter Gina, 7 jaar geleden. Ik herken het gevoel in je verhaal. Gina glijdt steeds meer weg en wordt er ook steeds minder gevraagd hoe het met mij gaat.
Zelfs de nood om me actief in te zetten voor suïcide preventie (wij hebben samen een zoomgesrek gehadmet SPH) is op een lager pitje gaan staan. Wel ben ik actief als bestuurslid bij St Zorg en Zelfdoding voor nabestaanden. Buiten dat ik zorg voor steun in
gespreksgroepen, vind ik daar zelf
ook steun en herkenning.
Ik heb waardering voor jouw werk en steun.
Extra veel sterkte naar 1 november toe.
Liefs, Christa
Lieve Christa, natuurlijk herinner ik me ons zoomgesprek. Ik was erg onder de indruk van je verhaal, je kind was ook nog zo jong. Maar ook alweer bijna zeven jaar dus, wat gaat de tijd snel.
Fijn dat je je draai hebt gevonden met lotgenotengroepen. Misschien dat je ooit nog wel invulling vindt aan je ideeën voor op scholen.
Fijn om van je te horen! Lieve groet, Patti